Fietsen
Door: sabine_cuyvers@hotmail.com
Blijf op de hoogte en volg Sabine
08 Juli 2009 | Thailand, Bangkok
Het is nog stil, niemand te bespeuren dus maak ik een wandelingetje. Ik loop over de rode aardenweg langs de bamboe voorbij een woning en er komen al direct een hoop honden op mij afgegstormd. Niet zo goed voor mijne tikker, ik draai terug en lees een boek over ... Pioenrozen. Intussen is Ivo ook wakker en ontbijten we samen, vervolgens neem ik de fiets en na nog een wegomschrijving gekregen te hebben, ben ik weg. Zalig, daar heb je die honden van deze ochtend weer, ik rijd door de rijstvelden en kijk hoe de vogels eruit weg vliegen. Twee houten paaltjes, hier moet ik tussen door en dan ligt rechts van mij een schooltje en links een Wat (tempel). De monikken zijn het gras aan het afdoen, hun oranje pij steekt fel af tegen het groen. Oversteken en wat ligt daar, precies een fietsband. De fietsband komt tot leven een verdwijnt in het hoge gras, dat was een slang. Het ziet er naar uit dat het ieder moment kan beginnen te regenen. Daar heb je een bergje met een oud tempeltje, hier is ergens een trap naar boven. Ik zet mijn fiets tegen een boom en vind de trap. Amai, die is hoog en steil. Puf, puf, het is benauwd en dan zo steil. Ik voel enkele druppels op mijn armen vallen. Boven aangekomen heb ik een prachtig uitzicht, wauw. Ginder in de verte, zie ik de stuwmeren al liggen. Maar eerst van het uitzicht genieten en wachten tot de bui doorkomt, dat bgebeurt echter niet. Ik wandel de steile trap terug af en spring op mijn fiets. In een mum van tijd ben ik aan de dam. 2 mensen zijn hier aan het werk en de rest zit gezellig samen op zijn hurken te kijken. Als ik kom aangereden, word ik enthousiast toegezwaaid net alsof ik meedoe met een wielerwedstrijd. Ik zwaii terug naar de als mummie's uitziende mensen. Het is zalig fietsen langs het water. Een dametje zit onder het dak van haar golfplaten woning te zitten. Een man is met de fiets zijn geiten aan het hoeden, dat is mooi om te zien. Als ik verder kijk, zie ik ineens 2 waterbuffels in het water liggen, met van die grote droopy ogen kijken ze mij aan. Heerlijk, de tijd vliegt en ik maak rechtsomkeer. Pomp af, zet ik mij neer in het meest rommelige winkeltje van de streek. Zakken chips zijn precies op de rekken gegooid, hier hangen fietsbanden tegen het plafond,... naast het winkeltje is een naftpomp en er staan 2 van die grote olievaten. Zeer primitief, maar weer heel charmant. Ik krijg een stoel aangeboden en kijk naar het volk wat hier zijn inkopen komt doen. Een van de klanten biedt me al een lift aan, maar ik moet de andere richting uit. Op de terugweg sla ik linksaf, een aardenweg op. Ik zie een huisje en als ik daar aankom, word ik bestormd door wel zes honden. Omkeren is dan een goed plan. De volgende straat links af, daar staat een sjiek houten huis van iemand van S-Pa-In (de sp kunnen ze niet uitspreken, net als de r). Ik rijd verder en langs de kant ligt een hele familie witte runderen. Terug de rijstvelden, een fotooke maken van het waterleliehuis en dan luieren. Van al dat gefiets heb ik gene puf meer, hehe. Morgen reis ik verder en Pook is zo lief om me een kaart van Thailand te bezorgen. Zij is de perfecte gastvrouw, die weet hoe ze iemand moet soigneren. The Green House, dit was ook het eerste restaurant waar ik geweest ben en daar eindigt de avond. We zitten met zijn allen gezellig samen en smullen erop los. Pook weet wat ze moet kiezen en Ivo kan goed vertellen. Wat wil je nog meer. Dan stoppen we nog aan een tempel, hier staan de thaise en de chinese boedha langs elkaar. Een staande en de zittende lachende boedha... Tijd om in te pakken,...
De volgende ochtend gaat de familie shoppen en word ik op de bus gezet, Dit is wel een bizar moment, want de bus staat klaar om te vertrekken. Ik haal snel mijn rugzak en als ik de bus opstap, zit ik al direct klem. Ik buig me voorover en ga zo naar een vrije plek. Niet simpel, want nu blijf ik zelf steken. Ivo zwaait en ineens is hij weg, Pook staat bij me op de bus en wenst me 'Good luck' en dan staat Ivo ineens aan het raam. Ik kan nog even afscheid nemen en dan ben ik weg. Het dak van de bus is groen en tegen het plafond hangen verschillende ventilatoren. De stoelen zijn ook fleurig: rood, blauw en geel. Het begint te regenen en dan te gieten. Een man is zo aardig om het raampje dicht te doen. Het ziet wit van de regen, enkel de conturen van de bomen kan je nog zien. Mensen verplaatsen zich, de bus verandert in een rijdend vergiet. Dat is ook een belevenis. Overal druppelt het water door, plens, plens, klinkt het. Het klaart op en als ik in Kamphaeng Pet aankom is het droog. Ik stap uit, en hier word ik ook direct aanggesproken. ik vraag gom een tuktuk, maar dat staat er niet. Een grotere tuktukversie staat er wel en ik stap op. Onderweg stop deze, en stap ik over in een tuktuk waar ik en mijn rugzak net in passen. Het is krap, met deze man ga ik naar het historisch park met zijn tempels. Deze tempels zijn opgebouw uit een soort van baksteen. Het is er spekglad. De beelden die er staan zijn van witte cement. Indrukwekkend. Mijne tuktukchauffeur neemt me mee op sleeptouw en vertelt een heleboel. Jammer, dat ik er niks van versta, maar de intentie is mooi. Bij een van de gebouwen staat een Sumo-monik. Een flinke bengel, de rest van de bende staat boven op een tempel. Een smalle trap met ongelijke treden gaat naar boven, mijn voeten passen niet eens op zo'n trede. De volgende stop is een ander deel van het park en dan vraagt hij 'En nu?'. Tja, goed dat in de Lonely Planet wat zinnetjes staan en zo kom ik op de bus naar Sukothai terecht. Deze bus lijkt sjieker, maar ook hier regent het binnen. In Sukothai staat er een aardig dametje aan het busstation en ik neem een kijkje in haar guesthouse. Hier blijf ik. Het stikt van de muggen en ik krijg het advies om thaise reppelent te kopen, want de muggen kunnen geen Engels lezen, haha,... thaise humor.