Op bezoek bij His Holiness - Reisverslag uit Dharamsala, India van Sabine Cuyvers - WaarBenJij.nu Op bezoek bij His Holiness - Reisverslag uit Dharamsala, India van Sabine Cuyvers - WaarBenJij.nu

Op bezoek bij His Holiness

Door: sabine_cuyvers@hotmail.com

Blijf op de hoogte en volg Sabine

04 Juli 2012 | India, Dharamsala

Om 16u vertrekt mijn luxebus naar Dharmasala. In de wachtzaal is het loeiheet en dan valt de ventilator uit. Het zweet glijdt in stroompjes over mijn lijf. Buiten is het even heet als binnen. Iedereen zit te puffen. Een kerel maakt van de gelegenheid gebruik om ijsjes te verkopen. En dan is de ‘luxebus’ daar eindelijk, de rugzakken worden in de koffer van de bus gestopt. De raampjes van de bus staan open en worden bedekt door smerige oranje gordijnen. Niet te veel nadenken. Er zijn ventilators tegen het plafond net boven de ramen bevestigt, die ooit eens gewerkt hebben. Het is heel laf op de bus en voor eerst tijdens mijn reizen denk ik dat ik misschien toch beter reispilletjes had meegenomen, de lucht is zo warm dat ik er mottig van wordt. De pelgrims komen in tussen aan in Rishikesh. Sommigen van hen hebben hun gezichten witgeschilderd. File, de uitlaatgassen waaien binnen en ruiken naar uitlaatgassen. Ik kijk naar buiten en zie de mierenhoop van mensen die beweegt. Langzaam maar zeker geraken we weg. Langs en op de straten, en in de velden ligt enorm veel plastiek. Het vuil wordt weggesmeten en blijft liggen waar het terecht komt. De moesson ruimt het wel op, dan regent alles immers weg volgens de Indische logica. De nacht valt en de bus hobbelt. Ik word goed door elkaar geschud, dit is een hele belevenis. En de dalai lama kijkt toe vanaf de foto die bovenin de bus hangt. Het is het donker. Wanneer de chauffeur remt, doet hij dat serieus, en lijkt het alsof er ergens dichtbij een brullende olifant staat. De bus rijdt dan precies op zijn velgen. Buiten zie je de verlichte shops met hun gevulde frigo’s en betonnen uizicht, maar boven al ruik ik hier van alles. Het ene moment gaat mijn neus helemaal open van de scherpe kruidengeuren en het volgende moment hoop ik dat die urinegeur van buitenkomt. Ik zet voor de zekerheid mijn rugzakje naast me op de bank. Iemand is de geuren blijkbaar beu, want ineens ruik ik de zoete geur van jasmijn. Om de haverklap doet de chauffeur het licht aan, om dan te stoppen en nieuwe mensen op te pikken. Een monnik in zijn bordeaux outfit neemt de hele bank in beslag. Hij palmt zelfs de tas van zijn tegenover zittende buur in zodat hij zich lekker kan nestelen. Also this will pass, en dan zijn we in McLeodGanj, dit is een hippiedorpje dat dicht bij de residentie van de dalai lama ligt. India heeft deze streek in 1960 als asielplaats aan de Tibetanen geschonken, nadat China Tibet ingepalmd heeft. Mijn hotelletje ligt in een klein dorpje op 6km van het toeristische centrum van McLeodGanj. Het is er heerlijk rustig en ik heb uitzicht op de bergen, alleen zijn ze nu omhuld door de mist. Na die helse busrit, is effe platte rust wel op zijn plaats alvorens op verkenning te gaan McLeodGanj. De hoteleigenaar stimuleert me om te voet te gaan, want dat is goed voor mijn conditie volgens hem, haha. Ik vertrek de haarspeldbochten kan je afsnijden via trappen. Dan is het trappad ineens weg. Er is een klein stroompje en daar stap ik over. Langzaam wandel ik naar beneden en zie het Dal Lake al liggen, dit is een meertje. Vreemd hier in het dennenbos ligt een kerk van Johannes. Op het bord staat ‘Church of St. John in the wilderness’. Bij aankomst in McLeodGanj zitten de koeien zoals straathonden in de containers en het vuilnis te wroeten. In het stadje heb je veel yoga, reiki, aryuveda, en boeddhisme gelegenheden. Ook restaurants en winkeltjes heb je hier in overvloed. Als je wil, heb je ook de mogelijkheid om te vrijwilligen voor de Tibetaanse gemeenschap. McLeodGanj is druk, maar minder druk dan Rishikesh en de temperatuur is aangenaam. Haha, wat zie ik daar een chocolate café, dat is een reden om meteen naar binnen te gaan. Een Amerikaanse leerkracht die lesgeeft in Calcutta staat op het punt te vertrekken, maar maakt nog even een praatje. Even later zit ik te genieten van een koffie met Black Magic, njammie, chocoladecake overgoten met … chocolade. Wanneer ik klaar ben en terugwandel; loop ik het winkeltje van Marleen binnen. De tekst ‘Wij spreken Nederlands” en “Nous parlons français” doet me vermoeden dat Marleen van België is. Inderdaad, zij komt van Antwerpen en 10 jaar geleden heeft zij door Indië getrokken en is dan in McLeodGanj haar winkeltje begonnen waar ze juwelen en thankas verkoopt. Thankas zijn tekeningen of schilderijen die je kan oprollen. Het is echt een leuk winkeltje en ze biedt me een kopje Chai aan. Ze vertelt met dat er twee lama’s zijn een oude en die kennen de meesten wel, en een jonge van 1985. Het boeddhisme heeft vier stromingen of strekkingen, zegt ze me. Ze studeert nog altijd boeddhisme en heeft een meester, maar door haar winkel is dat studeren nu minder. Ik blijf hier een tijdje plakken. Een beetje verderop ligt een cinema, deze namiddag speelt “The big Lebowski”. Ik dwaal nog wat rond en loop dan terug naar mijn hotel. Onderweg pikt een taxi mij op. Mmm, dan eten, het Indisch eten is super lekker en is me tot nu toe goed bekomen. Echt genieten!
Het is een miezerige dag vandaag. Het plan is een bezoek aan de waterval, het museum over Tibet en de tempel van de dailalama. De eigenaar van mij hotelletje geeft me een paraplu mee. Ik wandel en daar staat een groep mensen bij elkaar, als ik hen passeer, stopt er een bus. Ik stap ook op en zet me naast een mevrouw. De banken zijn heel klein, deze reuzin past er net op. Het is een korte rit en ik moet nog een heel stuk te voet doen. Het kerkhof langs de weg doet me vermoeden dat ik in de buurt van de kerk ben. Dus ik ga er een kijkje nemen en stap door het witte ijzeren poortje naar binnen. Het pad of de weg naar de kerk bestaat uit keien en met witte keien heeft men er een mozaïek van een kruis gelegd. De kerk is een donkere mastodont, binnen in staan achteraan van die ronde tuinstoelen gesponserd door families waarvan de naam op de stoel geschreven staat, vooraan staan er wel banken. Omdat het regent, komt er door de glasramen onvoldoende licht binnen, waardoor ik het maar een bevreemdend iets vind. Langs de weg ligt een berg op elkaar gegooide rode bakstenen die blijkbaar omgevallen zijn, terwijl een beetje verderop ook keurig gestapelde bakstenen liggen. Het regent en ik zie licht van achter de bergen komen. Het lijkt wel avond en het uitzicht is prachtig. Even later arriveer ik in het stadje, lopend langs de juwelenkraampjes en andere shops, begint het harder te regenen. Het begint te stortregenen, dus ga ik de koffieshop met de oranjegevel binnen die ik net passeer. Het uizicht is fantastisch: een beetje bergen, maar het beeld van de verkoper onder zijn parasol en zijn kar met maïs is gewoonweg schitterend. De kar heeft van die dunne ijzeren wielen. De regen vermindert en ik vervolg mijn tocht. Een indische kookcursus kan je volgen, of juwelen maken , een cursus houtsnijden,…. Het kleine atelier verspreidt de geur van hout en ik kijk toe hoe een leerling een uithangbord maakt. De werken die de leerlingen maken zijn reliëfs, want voor westerlingen is het niet simpel om het beeld met de voeten vast te houden om een 4D werk te krijgen, luidt de uitleg. De weg naar de tempel ben ik al weer vergeten en ik kom erachter dat ik 180° fout ben. Dus omdraaien en ik zie wel. Aan de ingang van de tempel is het rustig. Achter de ingang heb je nog een straatje waar je moet door wandelen om vervolgens de trap te nemen om dat gescand te worden. Ik wandel door het straatje in. Er staat een super lelijk gedenkteken en ik vind dat ik daar toch een foto van moet maken. Dus ik zit door de zoeker van mijn camera te kijken, als er ineens een kreet van afgrijzen klinkt, net op het moment dat ik mijn voet wil neerzetten op een plek waar de ondergrond heel zacht is: een koeienvlaai van een Indische koe. Goed dat die mens gilde, anders had ik de vlaai tussen mijn tenen kunnen uithalen. Shit happens. Schurend met mijn sandaal over de grond loop ik verder, ga door de scanner en vergeet mijn paraplu. De tempel is een lelijk ding aan de buitenkant, hij is niet versierd maar lijkt op zo een communistische gebouw. Er is een groot wit zeil gespannen in punten, dat zeil dient als dak en dat lijkt op een festivaltent. Ik loop door en neem de trap naar boven. Daar staan enkele mannen oefeningen te doen. Amai, een workout lijkt het wel. Ze staan recht op met hun handpalmen tegen elkaar boven hun hoofd, dan laten ze hun armen zakken tot voor hun hoofd om, om ze dan nog eens voor hun buik te houden, dan duiken ze de vloer, staan weer recht en doen hetzelfde. Het is alsof ze parket aan het boenen zijn. Om de tempel binnen te gaan, moet je je schoenen uitdoen. Overal hangen bordjes ‘Doe je schoenen uit’ en een ander bordje zegt ‘zorg dat je schoenen niet gepikt worden’. Dat verwacht ik niet op zo een heilige plek. In mijn rugzak ga ik mijn koeienvlaaisandaal nu ook niet stoppen. Ik kan natuurlijk altijd nieuwe kopen, alleen zal het dan een heuse zoektocht worden naar een paar dat mij past. Dus op goed geluk, zet ik ze in de rek en daar staan ze nog als ik terugkom. Er staan gebedsmolens, dit zijn goudkleurige cilinders die je kan laten draaien door er tegen te duwen. Dit moet gebeuren met de klok mee. Tegenoverr Verderop heb je een ruimte die op een serre lijkt met vuile ramen, maar als je even zoekt, is er wel eentje waardoor je naar binnen kan gluren. Hier worden de olielampen gepoetst en gevuld met olie om ze dan aan te steken. Het ziet er heel mystiek uit en ik kan zien dat de monniken een doek voor hun mond hebben. De handelingen die ze doen verlopen heel rustig en sereen.
Het museum is gesloten. Het regent pijpenstelen en de verkopers hebben hun waren met een groot blauw plastic zeil afgeschermd. Sommige verkopers liggen bovenop hun juwelen onder de plastic. Het regent hard, en aan de verzamelplaats van de tuktuks, neem ik er één. De tuktuk moet alles geven om tegen de berg op te geraken. Hij passeert het hotel en ik ben benieuwd waar hij gaat stoppen, dus vraag ik hem dat. Meteen stopt hij aan een soort kermis. Er staat een kleurig reuzenrad en een kermisboot. Hier stap ik uit en wandel nog wat door. Daar staat een groot bord met een mevrouw op en haar meditatiecentrum ligt op het einde van de zijweg. In de ban van mijn positieve yoga ervaring ga ik eens kijken of dat daar ook mogelijk is. Een rustige wandeling door de bergen, er mogen hier geen auto’s rijden, leidt me tot aan het meditatiecentrum. Ik zie dat er een tentoonstelling is over deze goeroe en ga eens kijken. Interessant, het gaat over kundalini-energie, ervaringsgericht leren, en het in balans brengen van links en rechts. Als ik buiten stap en in het centrum zelf ga kijken, stap ik een grote ruime zaal binnen met rode vloerbekleding. Een foto van de goeroe staat in het midden. Ik krijg een uitleg van een oude man en ineens is hij weg en zit er een jongere man naast mij. Er van uitgaand dat hij samen met mij de uitleg gaat krijgen, zeg ik hem wat er tot nu toe verteld is. Blijkt dat hij een ingewijde is en mij door de inwijding gaat begeleiden. Wat een bizarre toestand hier, ik ben super alert en laat het gebeuren. Natuurlijk voel ik niks, omdat ik niet weet wat er gebeurd. Achteraf krijg ik nog een hele uitleg van PierLuca, de Spanjaard die nu wel door heeft dat hij wat te snel gegaan was met het hele gebeuren. Als ik achteraf ga kijken, wie die Holiness eigenlijk is, blijkt het dat Gandhi ook bij haar te rade ging. Ik ga door en zet me op een stoel in het Sunsetcafé met uitzicht op de bergen en op de kermis. Na mijn drankje, wandel ik de kermis op. Er staat een voorhistorische schietkraam met een paar ballonnen tegen een isomo gemaakt en dat nodigt uit om te schieten, zeker in mijne verlichte toestand. En het is te merken dat het geleden is van mijn 12jaar. Verderop de berg zijn een paar jongeren metingen aan het doen, het zijn studenten architectuur en ze willen op de foto. Er zweeft een arend door de lucht op dat moment, wat een uitzicht.
De volgende dag ontbijt met Sascha een Oekraïner en het Braziliaans koppeltje Eric en Laetitia, die ik gisteren op de trap ontmoet heb. Sascha is één en al energie en jeugdig enthousiasme. Omdat het slecht weer is, gaat hij met zijn vriendinnen de residentie van de daila lama bezoek in Dharamsala. Hij nodigt ons ook uit om mee te gaan en dat doen we. In de lobby van het hotel wordt na veel gebarentaal en synoniemen, eindelijk duidelijk dat we naar ‘the house of the daila lama’ willen, ‘residence’ kennen ze niet. Met zes in de taxi, en wat blijkt dan, dat we worden afgezet op de plek die ik gisteren bezocht heb. De controle haalt er nu mijn zakmes uit. Vandaag zijn er meer monniken en is er ook iemand waar je je schoenen kan inleveren. Dus loop ik nu meer op mijn gemak door alle tempels. Het museum is vandaag geopend en dat is echt indrukwekkend om te zien. Het is ongelofelijk, dat mensen uit hun eigen land gezet worden en hoe er gepoogd wordt om een hele cultuur te vernietigen. Als je kijkt,hoe groot Tibet is op de kaart in vergelijking met Nepal of Butan, dan is het bangelijk. Na het museumbezoek slenteren we langs de kraampjes en zijn op zoek naar momo. Momo is een typisch tibetaans gerecht en lijkt op ravioli, maar heeft meer de vorm van een gelukskoekje. Na het eten lopen we met zijn allen nog eens naar St.John zijn kerk, dan ga ik mee met de Brazilianen naar het hotel, terwijl de anderen nog wat gaan shoppen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: India, Dharamsala

Sabine

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 222
Totaal aantal bezoekers 104169

Voorgaande reizen:

22 Juni 2016 - 22 Juli 2016

In de voetsporen van Genghis Kahn!

07 Augustus 2012 - 10 Augustus 2012

Wandelen

25 Juni 2012 - 29 Juli 2012

India

30 Juni 2010 - 29 Juli 2010

Salsa en mojito

23 Juni 2009 - 24 Augustus 2009

Het land van de glimlach

08 Oktober 2007 - 08 Oktober 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: